Henk de Gier: ziener in de wereld van de BN’ers
Artiesten en sommige voetballers lopen met hem weg, anderen bekijken hem wat nuchterder. Henk de Gier vindt het allemaal prima. De magnetiseur uit Leidschendam helpt mensen als ze daar behoefte aan hebben en zo niet, even goede vrienden. Tussendoor heeft De Gier altijd tijd voor een goed verhaal, of een truc uit de paranormale doos.
Hij noemt zich inmiddels al weer jaren magnetiseur, probeert mensen met medische klachten op weg te helpen door magnetische velden in het lichaam te deblokkeren met de krachten van zijn eigen lijf. Maar Henk de Gier vond de weg naar zijn huidige leven via het paranormale pad. Als klein kind al ‘zag’ De Gier dingen. “Wilden mijn ouders weggaan, maar dan zei ik: blijf maar thuis, want die en die komen vanavond langs. En die kwamen dan ook.”
Met het paranormale, legt De Gier uit, doet hij al jaren niets meer. Te veel dezelfde dingen, te vaak dezelfde vragen. “Ik vond het niet interessant meer. Het was altijd: huwelijksproblemen, geldproblemen en word ik oud? Zo werkt het niet, het leven is niet van A tot Z uitgestippeld.”
Op initiatief van het weekblad Panorama, onderwierp De Gier zich ruim twintig jaar geleden bij een hypnotiseur aan een test. “Daar kwamen bijzondere dingen uit. Hij zei dat ik mensen kon genezen. Eerst geloof je dat zelf niet, maar je gaat het toch proberen. Ik ontmoette iemand van wie de benen geamputeerd moesten worden. Ik heb hem behandeld, zes weken later reed hij weer op zijn bakfiets en zijn benen zijn er tot zijn dood aangebleven. Ik ben voor mezelf begonnen en het paranormale gebruik ik alleen een heel enkele keer nog. Als je hier op vrijdagmiddag komt, dat is echt lachen. Dan gaat de trucendoos open.”
Henk de Gier pakt een briefje en schrijft er een woord op. Dan sommeert hij zijn gezelschap om een willekeurig boek van zijn bureau te pakken. Hij vraagt zijn twee toehoorders beiden een getal te noemen en vervolgens nog één. Een rekensom met die cijfers leidt tot het getal 19. Hij vraagt het boek op te slaan op bladzijde 19 en het meest opvallende woord hardop te lezen. Zijn proefkonijnen kiezen voor het woord proteïne, waarachter tussen haakjes eiwitten staat. Dan ontvouwt De Gier zijn papiertje, waarop iets is gekrabbeld: ‘eiwitten’.
Dit soort onverklaarbare dingen gebruikt De Gier nog wel eens om de altijd aanwezige scepsis rond zijn persoon te lijf te gaan. Hij kent de zweverige twijfel die om zijn beroepsgroep hangt als geen ander. “Het zit in een bepaalde sfeer. Men denkt dat wij mensen weghouden bij de dokter of het ziekenhuis. Dat gebeurt, ik weet het, zie het verhaal Sylvia Millecamps. Maar daar doe ik niet aan mee. Sterker nog: als hier iemand komt waarvan ik ook maar in de verste verte vermoed dat het ernstig is, dan weiger ik hem of haar te behandelen als-ie niet eerst naar de dokter is geweest. Ik ben geen Yomanda die zegt dat ze alles kan genezen. Kom zeg. Wij zijn een aanvulling.”
In zijn werk bedient De Gier zich van het zogenoemde bibberen. Met zijn handen zoekt en tast hij de zwakke plekken in het lichaam af. Mensen met migraine zegt hij bijna altijd te kunnen helpen, darmklachten behandelt hij ook vaak met succes, maar op iets als een simpel griepje heeft de magnetiseur, zo zegt hij eerlijk, totaal geen vat.
Inmiddels is De Gier een vaak en graag geziene verschijning in de kringen der BN’ers. Via de los-vast-show van Jan Rietman rolde de Leidschendammer de artiestenwereld in. Sinds 1985 is hij ook aan Feyenoord verbonden, waar hij elke zaterdag spreekuur houdt. “Niets is verplicht. Wie wil komen komt. Wie niet, blijft gewoon weg. Moeten ze zelf weten.”
Henk de Gier pakt een spel kaarten en vraagt zijn gehoor een speelkaart te noemen. De keuze valt op klaver acht. De Gier toont een kaart, het is niet klaver acht. Hij probeert het nog eens, maar het gaat weer en nog een keer mis. De magnetiseur legt de kaarten weg. Een half uur later pakt hij het spel opnieuw en vraagt weer een kaart te noemen. Dit keer is het raak. Net als de volgende keer en die daarop. Dan drukt De Gier een van zijn toehoorders stevig de hand en sommeert hem de bridgekaart uit het spel te halen. Dat lukt in één keer. De Gier lacht breeduit, zijn gehoor is gefascineerd en, toch ook, licht verbijsterd.
Bijna twintig jaar stapt De Gier nu rond aan de rand van het betaalde voetbal, soms verbaasd, maar meestal genietend. De Leidschendammer kan hilarisch vertellen over zijn werk, over spelers, over zijn voorspellingen. “Patrick van Diemen (speler van RKC, red.) kwam hier een half jaar geleden, met Gaston Taument mee. Hij voelde zich niet goed, scoorde niet meer. Heb ik hem behandeld en gezegd: jij scoort morgen tegen Vitesse de winnende goal met een streep van twintig meter. Zet ik zaterdag Studio Sport aan, zie ik Van Diemen die goal maken. Dan zit ik toch met kippenvel, verbaas ik mezelf.”
“Gaston Taument zat bij Feyenoord op de bank, toen hij voor het eerst bij me kwam. Ik heb hem behandeld en zei dat hij geen vakantie hoefde te boeken, omdat hij met Oranje naar het WK moest. Geloofde hij niks van, maar Taument ging wél. Voordat hij naar Amerika ging, wilde hij iets van me mee hebben, een soort talisman. Heb ik hem een reversspeld meegegeven. Aan dat ding zat een enorme pin, maar Gaston droeg hem in zijn sok. Als hij daar een schop op had gehad….”
“Vorig jaar nog, tijdens het WK, zat John de Wolf hier voetbal, te kijken: Engeland-Denemarken. Hij vroeg hoeveel het zou worden. Ik zeg: 3-0 en ze scoren binnen tien minuten 1-0 en binnen twintig minuten 2-0. Is-ie weggegaan, hij werd helemaal gek. Ik heb Kalou vorig jaar driemaal behandeld, werd-ie drie keer gekozen tot man of the match. Het zal wel toeval zijn hoor, maar ik zou dan elke week in die stoel gaan zitten. Vreemd, maar ik heb Kalou niet meer gezien.”
“De broer van Marco Borsato was hier”, schakelt De Gier moeiteloos over. “Leontien was zwanger en hij vroeg me hoe het kindje zou gaan heten. Dat wisten maar vier mensen. Ik zeg: Luca. Hij trok helemaal wit weg, het klopte.”
Niet altijd heeft De Gier succes, niet iedereen is gediend van zijn behandelmethode. Bij Feyenoord sloeg de Deen Jon Dahl Tomasson hem altijd over. Hij wilde het liever allemaal zelf doen, had ook wat angst voor het toch wat mystieke werk van De Gier. “En ik zit er ook wel eens naast. De grootste blunder was dat ik ooit heb voorspeld dat Ruud van Nistelrooy het nooit zou maken. Kwam niet helemaal uit? En vorig jaar werd ik door Veronica uitgenodigd. Ik was er niet op voorbereid en mijn kop stond er niet naar, maar ze wilden per se iets horen. Zei ik dat het niets zou worden met onze schaatsers. Werden ze 1, 2, 3 en 4 op het EK. Maar ach, het mooie is dat ze daar toch nooit meer op terugkomen. Volgend jaar vragen ze me gewoon weer.”
Henk de Gier is gelukkig met zijn werk. Adverteren doet hij niet, toch staat zijn agenda propvol. Publiciteit zoekt hij niet, maar hij krijgt er wel degelijk zijn deel van en De Gier wekt niet de indruk dat hij dat vervelend vindt. En in de loop der jaren zijn ook de flauwe grapjes rond zijn ‘helderziendheid’ wel zo’n beetje verdwenen.
“De enige die ik daar nog wel eens over hoor, is Oscar Moens, maar dat is mijn eigen schuld”, zegt De Gier. “Oscar had wat problemen bij AZ, dus hij vroeg me of ik er niet voor kon zorgen dat hij in het Zuiden kon gaan voetballen. ‘Tuurlijk’, heb ik gezegd. Een paar weken later ging hij naar RBC en belde ik of hij tevreden was. Roosendaal ligt tenslotte een stuk zuidelijker dan Alkmaar. Hij zei verder niet zo heel veel, maar kwam die vrijdag niet opdagen voor een afspraak. Toen ik hem daarover belde, zei hij: ‘Henk, bij jou hoef ik toch niet af te bellen?’ Fantastisch, wat een humor.”
Bron: Haagsche Courant