
Anthony Lurling is klaar
Toen ik Anthony Lurling leerde kennen was hij dertien, een rustig menneke uit Den Bosch. Ik hoorde klasgenootjes van hem wel eens zeggen dat dat kalme ventje een aardig balletje kon trappen. Hij zou later betaald voetbal gaan spelen, zeiden ze. Ik haalde mijn schouders op, want dat hoorde je op de school waar ik werkte wel vaker beweren over handige pingelaartjes. Maar die klasgenootjes hebben gelijk gehad. Rasechte Bosschenaar Anthony Lurling speelde onder meer bij Feyenoord, FC Köln in Duitsland en was publiekslieveling in Heerenveen en een echte cult-held bij NAC (‘de Messi van Breda!’).
Anthony is nu 39. Begon zijn loopbaan bij FC Den Bosch in 1994 als jochie van 17 (Messi was toen net zeven jaar oud) en vormde daar enkele jaren een vast en gevreesd aanvalskoppel met Ruud van Nistelrooij. Werd vervolgens een publiekslieveling in Heerenveen en Breda, maar juist niet bij Feyenoord en in de Duitse Bundesliga, waar hij enige tijd onder contract stond bij FC Köln. Werd ook eens geselecteerd voor Oranje. Eind vorige maand (22 april) maakte hij als speler van FC Den Bosch zijn laatste speelminuten als profvoetballer. Tweeëntwintig jaar profvoetbal, da’s niet niks. Slechts zeer weinigen kunnen hem dat nazeggen. En dat zijn meestal keepers, die gaan langer mee dan aanvallers….. .Lurling speelde bijna 600 wedstrijden betaald voetbal en scoorde daarin 149 doelpunten. Hij woont inmiddels met zijn echtgenote Floor en hun kinderen Tom en Anne in Engelen.
Anthony viel eind april vijf minuten voor tijd in tijdens FC Den Bosch – RKC. In de 90e minuut werd hij weer gewisseld en op de schouders van zijn teamgenoten van het veld gedragen. Onder daverend applaus van het publiek.
“Het was even emotioneel toen ik Floor en de kinderen aan de zijlijn zag staan. Er waren veel vrienden, familieleden en bekenden van me. Ik wil er twee met name noemen: Koos Ender en Maurice de Wit. Die twee hebben me samen met mijn ouders altijd gevolgd, in uit- en thuiswedstrijden, waar ik ook speelde. Het afscheid zelf viel me eigenlijk wel mee. We hadden er dan ook een aantal weken aan kunnen wennen – ik had eind maart al bekend gemaakt dat mijn carrière er op zat.”
Maar er komt nog een afscheid! Waarschijnlijk op 2 september spelen de twee clubs waar hij zich het meest thuis heeft gevoeld (NAC Breda en FC Den Bosch) een oefenwedstrijd tegen elkaar in Breda. Het wordt een erewedstrijd voor Anthony Lurling.
“Ja natuurlijk vind ik dat hartstikke leuk. Het is allemaal buiten mij om geregeld, met name door directeur Justin Goetzee van NAC en directeur Fred van der Hoorn van FC Den Bosch. Mijn eigen Floor was er ook stiekem bij betrokken, begreep ik later (Floor glimlacht, red.).”
Ruud van Nistelrooij en Robin Van Persie
“De beste spelers met wie ik ooit heb samengespeeld? Van Persie en Van Nistelrooij, dat zijn toch Europese topspelers geweest. Moet ik wel bij aantekenen dat die twee, toen ik met ze samenspeelde, nog lang niet op hun top waren. Dat kwam wat later pas. Verder denk ik dan aan de Japanner Shinji Ono en Pierre van Hooijdonk bij Feyenoord, Rob Penders bij NAC. Die Penders is altijd onderschat. Een fantastische verdediger. En bij Heerenveen de Zweed Marcus Allbäck en de Fin Mika Nurmela. De beste spelers tegen wie ik heb gespeeld? Met Feyenoord speelde ik ooit om de Europese Supercup tegen Real Madrid (Madrid won met 3-1, red.). Bij Real speelden mijn favoriet Louis Figo en Zinedine Zidane, de huidige trainer. Fenomenale voetballers, allebei. Hierboven hangt nog het shirtje van Figo: we ruilden na afloop ons shirtje”.
Als je het hebt over de beste voetballers, dan wil je ook weten welke trainer op hem de meeste indruk heeft gemaakt.
Anthony Lurling: “Hoef ik geen seconde over na te denken: Foppe de Haan en zijn toenmalige assistent Gertjan Verbeek. Die Foppe zag meteen hoe hij mij moest raken. Hij heeft me geleerd wat profvoetbal inhoudt. Zijn aanpak sprak me enorm aan, hoewel ik wel even moest wennen. De Haan kon keihard zijn, je ging niet met hem sollen. Ik herinner me nu ineens een situatie tijdens een wedstrijd PSV – Heerenveen. Ik stond linksbuiten en speelde echt een goede wedstrijd. Foppe de Haan stond de hele eerste helft aan mijn kant langs de lijn en gaf onophoudelijk aanwijzingen. Hield geen minuut zijn mond! Dat irriteerde me op een gegeven moment en ik zei, in de vuur van het spel: ‘Ga toch eens zitten, man!’. In de rust wenkte de trainer me en wees op een stoeltje naast hem. ‘Zo, nou kun jij een uurtje gaan zitten’. Ik werd gewisseld!”
“Foppe de Haan heeft me geleerd wat profvoetbal inhoudt.”
Word je rijk als profvoetballer?
Lurling: “Nou, rijk? De allerbesten natuurlijk wel. Maar er zijn goede regelingen hoor. We kennen in ons land CFK, de Stichting Contractspelersfonds KNVB. Ik heb via CFK altijd een deel van mijn bruto inkomen ingelegd in een persoonlijk deelnemersfonds. Over dat deel hoef je geen belasting of sociale premies te betalen. Op het eind van je loopbaan krijg je dan via het fonds maandelijks een soort van overbruggingsuitkering. De hoogte en duur van die uitkering hangt natuurlijk af van het saldo dat je hebt opgebouwd en het aantal jaren dat je betaald voetbal hebt gespeeld. En er is ook een pensioenregeling van kracht. Al bij al zijn wij niet ontevreden (Floor knikt instemmend, red.)”.
“Ik heb overal wat geleerd. Bij Heerenveen (vooral van Foppe de Haan dus) wat het nu écht inhoudt om profvoetballer te zijn. Ik ben daar (een beetje) volwassen geworden. Daarna kwam Feyenoord. Tjonge, dat viel me niet mee. Ik lag niet goed bij de supporters, vanwege een akkefietje met Feyenoordspelers tijdens een wedstrijd van Heerenveen het jaar ervoor. Ik kon geen goed doen. Daar had ik het wel lastig mee, ook al omdat er in die tijd wat relatieproblemen waren met Floor. Is later helemaal goed gekomen hoor. In die tijd ging ik weer in Den Bosch wonen, in Rotterdam kon ik niet aarden in mijn eentje. En ja, dan ga je als jonge knul ook wel eens lekker uit. Is een duur jaar geweest (Floor: ‘Anthony is een gever’, red.) Uiteindelijk heb ik het in Rotterdam niet gered; ik denk nu dat dat wel was gelukt als ik een paar jaar ouder en wat stabieler was geweest. Maar ik ben daar toch weer wat wijzer geworden. In Keulen heb ik geleerd van de Duitse mentaliteit. Ik weet nu wat keihard trainen inhoudt en ook dat het geen geluk is als Duitse teams weer eens in de laatste minuten scoren. Zij trainen voor wedstrijden van 120 minuten, wij voor 90 minuten. En in Breda heb ik geleerd niet naast mijn schoenen te gaan lopen. Supporters droegen me daar op handen, maar ik ben ook daar altijd een gewone jongen gebleven, gelukkig”.
‘Drie wedstrijden die ik nooit vergeet’
“In 1999 kon FC Den Bosch bij winst in de uitwedstrijd bij RBC kampioen worden. Ik was geblesseerd, maar bij rust stonden we achter met 1-0. Ik kreeg een spuitje in mijn geblesseerde schouder en viel na rust in. Ik scoorde tweemaal en we waren kampioen! Wat een feest later in Den Bosch, vergeet ik nooit meer. Nog een mooie herinnering: in 2002 speelde ik met Feyenoord om de Supercup (winnaar Champions League tegen winnaar UEFA Cup) tegen Real Madrid in Monaco. We verloren met 3-1, maar ik speelde wel tegen absolute topspelers als Raúl, Figo en Zidane. Ook al een onvergetelijke ervaring. En tot slot de wedstrijd NAC – Roda JC, 5 mei 2013. Ging om eredivisiebehoud of degradatie. We stonden met 1-3 achter en toen kwam er een half uur waarin me letterlijk alles lukte. Dat maak je nooit meer mee. Ik gaf twee assists (een pass waaruit een doelpunt ontstaat, red.) en scoorde twee goals. En nog aardige doelpunten ook, al zeg ik het zelf. We wonnen dus met 5-3! Als ik in Breda ben beginnen ze altijd nog over die wedstrijd. En ik was toen ook al 35 plus!”
Anthony Lurling is een nuchtere man, die goed in het leven staat. Hij laat zich niet gek maken door wat dan ook. Kent zichzelf, weet wat hij kan en wat hij niet kan. Niet iemand die zich laat leiden door zweverige gedachten of mistige invloeden. Maar hij vertelt toch over een bijzonder moment in dat opzicht.
“Ik had het dus niet gemakkelijk bij Feyenoord destijds. Nou had Feyenoord een paragnost in de arm genomen: Henk de Gier. Die was op vrijdag op de club, dan sprak hij met spelers. Ik had op een van die vrijdagen een gesprek met hem. Het liep niet zo lekker met me toen. Henk zei: ‘Ik zal je eens iets zeggen. Jij maakt zondag twee doelpunten’. Ik lachte hem bijna uit, want ik wist al dat Van Persie zou spelen en ik dus niet. ‘Let nou maar op’, was de reactie van Henk de Gier. Diezelfde avond belde trainer van Marwijk. Robin van Persie was ziek, ik zou in de basis staan. En wat denk je? Ik maakte die zondag twee goals! Ongelooflijk.”
Toekomst
Tja, dan kan alles in financieel opzicht er wel redelijk goed uit zien, je wilt toch een mooie en zinvolle invulling van je tijd. Anthony Lurling beschikt natuurlijk over een schat aan ervaring. Hij weet hoe je als aanvaller het optimale uit je kwaliteiten haalt. Geen wonder dus dat FC Den Bosch met hem in gesprek is. Lurling wordt mogelijk ‘spitsentrainer’. Is ook in gesprek met enkele andere clubs. Hij overweegt trainerscursussen te gaan volgen om uiteindelijk ergens minimaal assistent-trainer te worden.
Door: Hans van Kasteren
Fotografie: Olaf Smit
Bron: http://www.073magazine.nl/2016/05/24/anthony-lurling-is-klaar/